De helft van mijn bloed komt van mijn vader – China, en de andere helft komt van mijn moeder – Taiwan.
1700 jaar geleden was er een grote oorlog in Noord-China. Een groep mensen moest afscheid nemen van zijn land. Na een lange weg werd een nieuw land in Zuid-China gevonden. De lokale bewoners in Zuid-China noemden die groep mensen ‘Hakka’ – betekent ‘gast’ in het Chinees.
250 jaar geleden was het leven in Zuid-China ook moeilijk geworden. De Hakka droomden van een ander nieuw land en een beter leven, dus nog een keer namen ze afscheid en vanuit Zuid-China en gingen ze over de zee naar Taiwan. Over de gevaarlijke zeestraat tussen China en Taiwan voerden toen veel boten, maar daarop waren alleen maar mannen, geen vrouwen.
Na 250 jaar hebben de mannen een uitgebreid nageslacht. Ze zien er anders uit dan hun voorouders die ooit in Noord-China woonden, en lijken een beetje op de Taiwanese aboriginals die bijna allemaal van dit eiland verdwenen zijn.
In de Chinese genealogie wordt de moeders naam niet doorgegeven, dus men weet niet meer waar de overgrootmoeders vandaan komen.
Dit ‘grote geheim’ is samen begraven met de oude gasten.
Vroeger werd de eigenwijze Hakka “Harde Nek” genoemd ,omdat hij nooit zijn eigen schuld toegaf, en nooit zijn hoofd omlaag deed.
Tegenwoordig is ‘harde nek’ een kenmerk van de Hakka. Omdat het leven voor hem nooit makkelijk is, kijkt Hakka nooit terug en geeft zich nooit over.
‘Heb je Taiwan gemist?’ Vaak vraagt iemand aan mij.
‘Nee.’ zei ik altijd.
Nee, ik mis Taiwan niet, maar ik kan het niet vergeten.
Het blijft altijd in mijn hart.
Reacties
Een reactie posten