Een kok liet aan zijn koning zien hoe je een stier slacht.
Hij raakte de stier met zijn handen aan, leunde tegen hem met zijn schouder, trapte hem met zijn voeten en drukte hem met zijn knie. Toen het mes in en uit de stier ging, werd er een mooie melodie gemaakt, en toen hij de stier uit elkaar deed, zagen we een prachtige dans. De Koning zei: ’ach, wat geweldig, waar heb je die techniek geleerd?’
De kok deed eerst het mes weg en antwoordde: ’Waar ik van houd is Dao, en dat is meer dan het techniek. Vroeger als ik een stier slachtte, zag ik de hele stier. Na drie jaar zag ik alleen het detail maar geen hele stier. Nu voel ik de stier door mijn geest maar niet met mijn ogen.
Als mijn verstand stopt gaat mijn ziel gewoon door. Ik laat op de natuurlijke wijze, mijn mes tussen de botten en zenuwen glijden. Ik raak geen zenuw aan, eveneens geen botten.
Een goede kok verandert elk jaar van mes omdat dit slijt. Een normale kok verandert het elke maand omdat het kapot is. Nu heb ik dit mes al negentien jaar en heb daarmee duizenden stieren geslacht, maar het is nog zo goed als nieuw.
Er is een ruimte in het gewricht, en de punt van het mes is helemaal niet dik. Ik laat mijn dunne mes door de ruimte dansen, en de ruimte is nog veel groter dan ik nodig heb. Daarom is mijn mes na negentien jaar nog steeds zo goed als nieuw.
Maar elke keer als ik werk aan een deel dat veel botten en zenuwen over elkaar heeft zitten weet ik dat het niet makkelijk is. Dus ik ben voorzichtig en let op alles.
Toen voelde ik dat het tijd stopte, en ik concentreerde me met mijn ogen en deed alles heel langzaam. Met een klein beetje beweging van het mes viel de stier uit elkaar op de grond.
Nadat ik alles gedaan had, stond ik met mijn mes in mijn hand en keek rond met een tevreden gevoel, en bewaarde mijn mes weer heel goed.
De koning zei: ‘wat mooi. Door jouw woorden krijg ik een levensles.
Reacties
Een reactie posten